muziek

uit Bob Hanf en de muziek (Huib Ramaer)

opgetekende zangen

Om kennis te nemen van Hanfs composities zijn we volledig aangewezen op zijn sierlijke handschrift. Net als de twaalf ‘zangen’ van zijn gedichtencyclus ‘Christiaan Philippus’ Mijmeringen over de Nachtzijde van het leven’ had Hanf zijn muziek met de hand ‘Opgeteekend’, zoals hij het zelf noemt. 

Na de oorlog bracht zijn  broer Frits de handschriften onder bij het Haags Gemeentemuseum en enkele manuscripten kwamen terecht bij Donemus, de in 1947 opgerichte uitgeverij voor Nederlandse muziek . Zo kreeg Hanfs ‘dramatische suite voor de concertzaal’ La traversée du Styx op tekst van Lucien de Samosate in 1948 het hoopvolle stempel ‘copyright Donemus’. Het veranderde weinig aan de toestand van de hand geschreven vuistdikke partituur (282 pagina’s) voor vier zangsolisten, klein vrouwenkoor en orkest. Ze is nooit in druk verschenen, noch speelklaar gemaakt, laat staan uitgevoerd. Vrijwel alle grootschalige werken van Hanf was een dergelijk lot beschoren. Zelfs bij Donemus bleef de doelstelling ‘laten wij vanaf het ei tot de leeuwerik zorg geven’ (Ab ovo usque ad alaudam curam donemus) helaas beperkt tot het ei.

Een andere moeilijkheid betreft de datering van zijn composities. Slechts enkele werken zijn voorzien van een jaartal. In de jaren dertig woonde Hanf met zijn vader op drie verschillende adressen. De vermelding van die adressen op enkele ongedateerde manuscripten zou erop kunnen duiden dat ze op het betreffende adres en dus in de betreffende periode zijn voltooid. Het biedt enig houvast, maar het blijft speculatief. Er valt immers niet met zekerheid vast te stellen of het opschrijven van de adressen samenviel met de voltooiing van de compositie…

[lees alles]