persoon
portretten van Bob door anderen
Marsman
uit: zelfportret van J.F.
Jan Spierdijk
herinneringen aan een vriend en leermeester
Bob Hanf heb ik via een omweg leren kennen. Natuurlijk zou ik toch wel met hem hebben kennisgemaakt in de jaren, dat ik op het Leidseplein voor het eerst mijn neus uitstak, het einde van de jaren dertig.
Je moest elkaar wel tegenkomen. Het terrein in Amsterdam was beperkt voor hen die onder de directe oorlogsdreiging met zichzelf geen raad wisten, met hun kunst waren opgescheept of in het schip zaten in de branding van een samenleving, waarin de op handen zijnde storm voelbaar was. Oude en jonge kunstenaars, die elkaars gezelschap zochten, elkaars warmte en dekking, die hun kunst met de plaats ervan in de samenleving ter discussie stelden, maar die ook verstrooiing en vergetelheid zochten in ‘small talk’, in anecdotes, kwinkslagen, woordspelingen, al of niet, maar meest wél ‘gestimuleerd[‘] door ‘genever, bier of brandewijn’, u weet wel in die volgorde in het toen gangbare straatlied, waarin ‘mijn ouwe heer’ zijn laatste vijfentwintig gulden ‘verzoop’. Eigenlijk was daar…
Simon Vestdijk
portret van Bob Hanf in de roman De laatste kans
In Simon Vestdijks roman De laatste kans, verschenen in 1960 als afsluitend achtste deel van de Anton Wachter-reeks, treedt Bob Hanf uitgebreid op, zij het onder een andere naam. Vestdijk zag hem weliswaar in 1934/35 niet zitten als romanfiguur, maar wel in 1958 voor zijn eigen roman, die speelt in zijn eigen studietijd ongeveer dertig jaar eerder in Amsterdam, toen hij met Bob bevriend raakte. Het boek handelt over de verliefdheid van Anton Wachter op Anna Heldering (voor wie Joukje Appeldoorn, Vestdijks grote liefde aan het eind van zijn studietijd, model stond). Hanf is hier Bob Neumann die, net zoals in de Amsterdamse werkelijkheid van 1927, via medicijnenstudent Louis Boesterd (= Han/Hannes Boer) kennismaakt met Wachter. Vestdijk richt hier …