persoon
Bob Hanf, een veelzijdig kunstenaar
Een schilder, beeldend kunstenaar, schrijver, componist en violist. Geschriften van zijn hand waren voorzien van zijn eigen kleine spotprentjes en portretjes. Hij had niet veel nodig maar om in zijn levensonderhoud te voorzien gaf hij vioollessen. Hij had gekozen voor de kunst. Bob Hanf is een wat vergeten kunstenaar die zijn sporen heeft nagelaten. Een aantal kunstwerken is opgenomen in collecties van verschillende Nederlandse musea.
Bob (geboortenaam: Robert) werd in 1894 geboren in Amsterdam. Hij kwam uit een oud joods Boheems geslacht. Eén van zijn voorouders was een handelaar in hennep, hanf in het Duits. Vanaf 1808 lieten deze voorouder en zijn familie zich Hanf noemen.
Bob was een bescheiden, intelligente, rustige maar ook een wat ongeduldige man. Hij begon een studie bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft maar omarmde na wat omzwervingen het kunstenaarschap. Hij had veel contacten in de Amsterdamse cultuurwereld. Hij had bijvoorbeeld tekenles van Breitner.
Het boekje Mijmeringen over de nachtzijde van het leven werd illegaal uitgegeven door De Bezige Bij in 1944. Daarin schreef hij o.a. “In de loop van ’42 moest ik onderduiken, men verschafte mij papieren van een mij onbekende man, ik kreeg een nieuwe naam, een andere beroep, ik was getrouwd, enz.” Hanf componeerde en tekende – naast schrijven- door, ook tijdens zijn onderduik. Op 23 april 1944 werd Bob Hanf verraden op zijn onderduikadres en opgepakt. Enige weken later werd hij vanuit de strafbarak van Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij op of omstreeks 30 september 1944 werd vermoord.
Vader Joseph Hanf was zelf opgegroeid in Duitsland maar had zich in Nederland gevestigd, en is daar een fabriekje begonnen in etherische oliën, De Oranje. Het gezin Hanf leefde in de waardevolste joods-Duitse tradities. Geboren en getogen in Amsterdam bracht Bob vanaf zijn vroegste jeugd regelmatig zijn vakanties door in Duitsland, bij zijn oom Moritz in Witten, de oudste broer van Joseph. Daar kon hij uitstekend opschieten met zijn nichtje, Ise Hanf, die al vroeg ambities had in de beeldende kunst. Zij maakte prachtige krijttekeningen maar is heel jong in 1936 overleden.
Bobs moeder Laura Romberg speelde goed piano en alle kinderen kregen van jongs af aan muziekles. Bob kreeg zijn eerste vioollessen in een ensembleklas bij George Scager die jarenlang altviolist is geweest in het Concertgebouw Orkest. Tijdens zijn studie in Delft nam Bob geen muzieklessen, maar er werd wel veel samengespeeld met Frits Spanjaard, Harold C. King en Ignace Lilien, die beiden als componist bekendheid verwierven. Zij wakkerden het vuur aan. Teruggekomen uit Delft werd Bob een baan aangeboden in een chemisch bedrijf, maar hij weigerde. Op zevenentwintigjarige leeftijd vertelde hij zijn vader dat hij toch liever violist wilde worden!
Uiteindelijk berustte vader Joseph hier in. Er werd een goed instrument gekocht en Bob begon lessen bij zeker niet de minste leraar: Louis Zimmermann die van 1910 tot 1941 eerste concertmeester was van het Concertgebouworkest. Daarnaast kreeg Bob compositieles van Cornelis Dopper. Joseph had zijn zoon graag als vioolsolist zien prijken op affiches van belangrijke zalen. Bob deed pogingen aan die verwachtingen te voldoen. Maar toen hij het vioolconcert van Bach speelde met de Arnhemse Orkest Vereeniging kreeg hij een black out en liep hij het podium af. Bob was geen showman en wat het publiek ervan vond deerde hem niet. Componeren paste meer bij zijn bespiegelende aard en daar heeft hij zich steeds serieuzer op toegelegd, tot de oorlog ertussen kwam.
Bob Hanf was begaafd en veelzijdig.
Dat werd als eerste ontdekt door Breitner, die een vriend was van Bobs vader Joseph. Breitner besloot de jongen tekenles te geven. Tijdens zijn studie chemie en bouwkunde in Delft tekende Bob karikaturen van professoren en klasgenoten, op de achterkant van papieren met serieuze architectonische bouwwerken. Hij deed dat in een later als ‘entartet’ bestempelde stijl die zeer verwant is aan het Duitse expressionisme van schilders als Beckmann en sterk doet denken aan het sombere wereldbeeld dat door de teksten van Kafka wordt opgeroepen.
Schrijven heeft Bob Hanf altijd gedaan, van romans tot toneelstukken en gedichten. En een van zijn mooiste gedichten ontstond op zijn laatste onderduikadres in Amsterdam. Behalve dat Hanf zelf schreef, heeft hij een rol gespeeld in de ontwikkeling van onder meer de schrijvers Marsman en Vestdijk. Bob Hanf kende Jan Spierdijk, Simon Vestdijk (Hanf komt als Bob Neumann voor in de roman De laatste kans) en Marsman, die hem in zijn autobiografie beschrijft als zijn ‘iets ouderen vriend’. Mogelijk heeft Hanf zelfs Franz Kafka gekend. Hanf kende in elk geval Kafka’s werk en heeft Der Neue Advokat op muziek gezet.
hoe komt de Bob Hanf Stichting in Zwolle terecht?
Het half-joodse gezin van Bobs zusje Jenny Bunge-Hanf moest tijdens de bezetting naar Amsterdam verhuizen. De Bunges wisten een huis te vinden aan de Prinsengracht, vlakbij het huis van Bobs broer Frits Hanf (1896-1975) (in beeld). De vrouw van Frits, Fem Hanf heeft daar tot haar dood in het jaar 2000 gewoond. Fem trouwde met Frits in 1926. Frits heeft er na de oorlog veel aan gedaan het werk van zijn broer onder de aandacht te brengen van een groter publiek.
In 1967 heeft hij een eerste Bob Hanf stichting opgericht samen met jonkheer W.J.H.B. Sandberg (oud-directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam) en Mr.Drs. L.J.F. Wijsenbeek (oud-directeur van het toenmalige Gemeente Museum in Den Haag). Deze stichting heeft onder meer enkele tentoonstellingen van het grafisch werk georganiseerd. Van deze eerste stichting is alleen de oprichtingsacte bewaard gebleven. Doel was het eren van het verzet van de kunstenaars tijdens de jaren 1940-1945. En om het kunstnalatenschap van deze kunstenaars in de Nederlandse musea te behouden.
Los van deze stichting is sporadisch de muziek van Bob Hanf uitgevoerd, onder meer in 1997 in de Uilenburger Synagoge in Amsterdam, door de Leo Smit Stichting.
Op 5 juni 2003 is opnieuw een Bob Hanf Stichting opgericht op initiatief van Frits’ dochter Ruth Tillema-Hanf (1937-2013), die in Zwolle woonde.
Citaat uit interview door Aranka Wijnbeek (1952 – 2021) met Ruth Tillema-Hanf over haar Oom Bob:
“Oom Bob was een echte einzelgänger, een slome, trage, weinig sprekende man. Hij was ongeduldig en als kind was ik altijd een beetje bang voor hem. Ik herinner mij nog dat hij stampvoetend mijn broer, die vioolles van hem kreeg, tot grotere prestaties aanzette.”